Hoofdstuk I
Over stoeten en stoethaspels, een stemmingsbeeld van Brabant en de
Brabanders, opgebouwd uit varianten op een verschijnsel,
door dr. Pieter Anton van Gennip.
Deel I:
over stoeten: poging tot overzicht van wat er te beleven valt 7
1. Het kind aan de kant 7
2. De eigen doden begeleiden 10
3. Opdat wij niet vergeten 13
4. 'Sta op en schreeuw: nee' 15
5. Met vliegende vaandel en slaande trom 18
6. Prodedamus in Pace 23
7. Naar Handel, Kevelaar of Scherpenheuvel 27
8. Zomaar voor de aardigheid 31
Deel II:
over stoethaspels: poging tot verklaring en waardering 37
1. Meditatie bij een foto: een samenvatting 37
2. De ruimte bedanst tot leefbare wereld 40
3. Typisch Brabants van kneuterig tot briljant 46
4. Eigen is geen vodje 52
5. Tussen voorstelling en démasqué 56
Hoofdstuk II
De mens achter de Brabantse Dag-optocht
Het begon aan de toog, door Bert Wunderink 63
In de optocht onderweg, door Jace van de Ven
I. Het hoogtepunt 66
II. Competitie 67
III. Breugheliaans 69
IV. Geen namaak 70
V. Mensenbescherming 71
VI. Groots 73
VII. Eensgezind 74
VIII. Van overal 76
IX. En verder 78
X. Pasvorm 79
XI. Opsmuk 79
|
XII. Roes 82
XIII. Diepe sporen 82
XIV. Op reis 83
XV. Eigen traditie 84
XVI. Verslindend 87
XVII. Stillekes 89
XVIII. Trots 90
XIX. Wie oren heeft 90
Oude ambachten op de markt, door Bert Wunderink 92
Hoofdstuk III
25 Jaar Brabantse Dag
Dag van de Brabanders, door Anton van Oirschot 99
Impressies en een bloemlezing
- Hoe het allemaal begon 100
- De eerste vijf jaren 103
- De boerendag 106
- De dag werd langer en langer 111
- Een regionale gebeurtenis 113
- Naar een vast thema 115
- Van heksen en spoken 120
- Helemaal Jeroen Bosch 125
- Schelden en spotten 129
- Breugeliaanser dan Breugeliaans 131
- 13, dus... bijgeloof 135
- Harbalorifa 137
- Het reuzenfeest 139
- Spreuken gaan voorbij 144
- Houen en trouwen 145
- Vreemd volk 147
- Korsten en pasteien 149
- Eeuwige jeugd 151
- Een eindeloze dag 154
- Iets over de centen 156
- Boeken op maat 158
- Brabant op z' n breedst 163
Ballade van de Brabantse Dag
tekst van Carole Vos, muziek van Ad van Drunen 164
|