Aan U o Koning der eeuwen 54
Aanhoort ick sal beghinnen 48
A la berline postiljon 292 (298)
Al die daer zeidt: De Reus die kom 191
Al die er zijn kostje 253 (260)
Alle die willen naer Island gaen 212 (214)
Alleluia (Canon) 52
Alles wat immermeer (Hasseltsch Meilied) 223 (226)
Als de brem bloeit 234
Als de kerels gaan op toer (Canon) 133
Als de kerels te garen zijn (doedele bomle) 268 (274)
Als de rombon heeft geslagen 303
Als in de Mei 230 (234)
Als 't vaantje wappert beiaardier 180
Ave Maria, suivre maegt 71
Bim bam.klokkengeluid (Canon) 262 (224)
Bij't dagen in 't Oosten 216 (219)
Bobbejaan klim dieberg 245 (249)
Boven Gent rijst (Klokke Roeland) 162
Christus is opghestanden (Paaschlied) 53
Daar boven op dat bergsken 265 (270)
Daar is een zucht die gloeit (Transvaal) 304
Daar is maar één land 157
Daar kwam een boer van Zwitserland 274 (278)
Daar kwam een rnuis gefoopen 297
Daar kwamen drie koningen 44
Daar zat een sneeuwwit vogeltje 213 (215)
Daar was e wuf die spon 279 (288)
Daer was lestmael een kweselken 286 (290)
Dan mocht de beiaard spelen 1 64
De bange nacht is alweer om 261 (266)
De beiaard spelt 165
De herderkens lagen bij nachte 16
De noordzee bruischt (Mijn land is Vlaanderen) 174
Den uil die op den peerboom zat 278 (281)
De rechte baan (Canon) 21
Des morgens als de jachthoorn schalt 217(220)
Des winters als het regent I 238 (241)
Des winters als het regent II 242
Dés winters als hel regent III 240 (244)
De trommel slaat 126
De vedel aan de zijde (De Zanger) 178
De winter is verganghen 222 (225)
Die beer die zwoer hem blou (De kat kom weer) 280 (284)
Die Mei spruit uit 228 (232)
Die Mei pleysant 236 (231)
Die studentejaren gaan verbij 300
Door de lielde wilt ontwekken (Viede) 36
Door de Nederlanden (De schelde) 171
Drie koningen rijk 43
Driemaal ridder (St. Gerolfslied) 84
Een jager uit Kurpfalz 246 (250)
Een kindekijn is ons gheboren 34
Een kint gheboren in Bethlehem 10
Een serafijnsche tonge 17
En als wij marcheeren 252 (256)
En daar zat een uil die spon 276 (282)
En onze lieve Vrouwe der koude bronne 260 (265)
En 'savonds 112
Er groeien idealen 122
Er is een kindetje geboren 31
Er is een roos ontsprongen 9
Er kwamen drie Koningen 42
Fransche ratten 198 (213)
Geen schooner land 219 (222)
Geluckig is het land 91
Gestaald, gesterkt (Vlaandren den Leeuw) 142
Gezegend zijt gij (De Rozenkrans der Knapen) 76
Glorieuse Violette 72
God groet u suivre bloeme 66
Goedendag 257 (264)
Groeningenveld 134
Hallelujah (Canon) 55 (308)
Heb je van de zilvren vloot 208
Hedde niet gehoord van de zeven 251 (306)
Heer Halewijn 188
Heer Jezus heeft een hofken 80
Herderkens, herderkens die er zoo vroom 8
Herders brengt melk en zoetigheyd 26
Herders HIJ is gheboren 12 (11)
Het Kindje Jezus is geboren 15
Het viel eens Hemels douwe 62
Het Vlaamsche.heir (Groeningen) 116
Het Vlaamsche volk 146
Het waien twee koningskinderen 186
Het was een Maghet suyver en net 60
Het was een Maghet uutvercoren 58
Het was een Maghei uutverkoren II 59
Hier staan tot afscheid 264 (269)
Hij vleide geen grooten(Van Rijswijcksmarsch) 136
Hoe leit dit Kindeken 14
Hoe groot o Heer 197
Hoera (Strijdkreet) 118
Hoe zou ik Vlaandren niet beminnen 177
Houdt u fier 120
lck heb ghejacht mijn leven lanc 82
lck sie die morghen sterne (Ridderlied) 79
lck wil te landen rijden 192
ik had een wapenbroeder 256 (261)
Ik heb mijn ziel geheven 30
Ik voel alsdat mijn tong herleeft 75
Ik wil mij gaan verheugen 45
ik wil van den keerle singhen 258 (262)
Ik zag den Heere van 't Hemelrijk 49
Ik zie er dat Vlaandren zoo geren 1óó
In dichte drommen(E.K. lied) 110
In dulci Jubilo 22
In een blauw geruiten kiel 241 (246)
In Jesu naeme 40
In naam van Oranje 210
't ls tijd er moet in 't Viaamsche land 128
Ja Knapen 't hoofd omhoog 5
Jan Hinnerk 270 (276)
Jesuken Slaapt 32
Jan Plompaert 282 (286)
Jerusalem ghij schoone stat 307
|
Jonge Gezalfden 99
Jong Vlaandrens knapenschaar 108
Jutho vooruit 170
Kent gij dat volk vol helden moed 154
Kerels der Noordzee 98
Knapen van Vlaanderen (Strijdzang) 107
Komt hier albij fPierlala) 284 (292)
Komt vrienden in den ronde 290 (294)
Kunst is de kracht 194
Laet ons mit hoghen vrolicheit 74
Laat zang en spel 200
Lestmael op eenen somerschen dagh 46
Lieve Vrouwe van ons land 305
Looft nu den Heere (Jong Vlaamsen Te Deumj 306
Maria die soude naar Bethlehem gaen 7
Maria door een doornwoud ging 64
Maria Godes Moeder 70
Meietijd ons verblijdt 225 (230)
Merck toch hoe sterck 204
Mijn vader gaat op zee 302 (303)
Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief 158
Morgenrood 221
Naar Oostland willen wij rijden 193
Nachtegaal 232 (236)
Neemt mij in der hant (Canon) 121 (307)
Nu een lied der Vlaamsche zonen (Blauwvoet) 144
Nu hoort wat Jezus heeft gedaen 52
Nu is die roevan Jesse 28
Nu sijt wellecome 11 (13)
O blanke maagd 68
O Gent volschoone stede 176
O Heer die daer des Hemels tente spant 90 (85)
O Herders Iaet u boxkens 38
O Hoe zoet is 't mij (Canon) 155
O Jesulijn zoet 29 (30)
O Jesu nu de dagtaak (Avondgebed) 96
O keer din ooghen 65
O Kerk van twintig eeuwen 94
O Kerstnacht 24
O Kruise den Vlaming 92
O Land van roem en rouwe (Trouw aan Vlaanderen) 173 (183)
O Lutgardis 86
O Maria die daar staat 67
O nacht, o blijde nacht 27
O Nederland let op uw saeck 201
Ons is gheboren een kindekijn 18
Onthout Vlaenderen 124
Ontwaakt gij luie slaper (Canon) 262 (267)
Op eenen boom een koekoek zat 273 (280)
Op een gitzwarten hengst (Vlaamsche Doodendans) 182
O soete bloemkens 237 (240)
O soeten Jesus 41
Reeds buigen rijpe halmen (Missielied) 89
't Ros Beyaerd 190
Rijs op heldhaftge knapenschaar 104
Sacerdos et pontifex 4
Sa laet ons vrolijc wesen 300
Schutsengel van de Vlaamsche jeugd (Berchmans lied) 88
Syt vrolyc groot en cleyne 22ó (228)
Stille nacht 20
Suze nanje (Canon) 229
Toen Schelde en Leie (Willemslied) 140
Trek uit 308
Uit die blou van onse hemel (Die stem v. Zuid-Afrika) l52
Vaarwel en goede nacht 218 (221)
Vaarwel mijn broeder 185
't Vaarwel was kort (Yzerspalm) 150
Vader Jacob (Canon) 2ó9
Verblijdt U Vlaenderland 195
Vier weverkens 304
Viva Pio l
Vlaenderen, daeh en nacht 160
Vlaandren laat in 't zonneschingen (Koningslied) 56
Vlaanderen roept 132
Vlaanderen volgt de witten Kaproen l22
Vlammen rijst hoog (Kampvuur) 228 (223)
Vooruit ten strijd 102
Vrienden komt zit neder in de ronde 272
Waar Maas en Schelde vloeien 114
Waar in 't bronsgroen eikenhout 183
Waarom ik Vlaming ben l27
Waarom sijt gij so langhen tijt 196
Waar 't voetpad langs de heining vlucht 248 (252)
Waer dat men zich al keerd 203
Waer is er kerke zonder zang.266 (273)
't Was op een Witten Donderdag 50
Wat voor vijand durft ons naken 206
Wat zingt die hooge toren 138
Weest nu verblijd 202
Welaan maar vlug aan 't jagen 247 (251)
Wie dat sich self verheft 199
Wie gaat met ons mee 244 (248)
Wie herbracht hier de rust (Artevelde lied) 145
Wie kust er zoo driftig der duinen ?and (De Noordzee) 172
Wie recht in vreugde wandlen wil 249 (252)
Wie was diegene die de looverkens brac 254 f258)
Wie wel hooren (Van den jongenSmid) 29ó
Wie zijn die Knapen 100
Wij komen van ver 298
Wij dragen een vlag 106
Wij staan in den rijzenden dageraad 109
Wij stappen geren zingendl 130
Wij stappen geren zingend II 131
Wij stappen lustig door het land 250 (254)
Wij willen heden vroolyc sijn (St. Franciscus-lied) 33
Wilhelmus van Nassouwe 151
Willen wij 't haasken jagen 214 (216)
Wilt heden nu treden 83 (84)
Wonderschoon, prachtige 69
Zeg kwezelken wilde gij dansen 288 (289)
Zie broeder 't spel der vlammen (Canon) 263 (268)
Ziet gij de Zwarte Leeuw 148
Ziet over 't puin 113
't Zijn weiden als wiegende zeeën(Vlaanderen) 168
Zij zullen hem niet temmen (Vlaamsche Leeuw) 2
Zwarte Reus (De Vlaamschc Smeder) 162
|
