EERSTE AFDEELING
SPOOKVERSCHIJNINGEN
Inleiding 1
Invloed der verbeelding 6
VERSCHILLENDE GEDROGTEN EN DIERSOORTEN
IN WELKE DE DUIVEL ZICH HIER EN DAAR
AAN DE MENSCHEN VERTOONDE, ALS:
Draak, als vuur- en luchtverschijnsel 9
Draak, als monsterdier 14
Basiltiscus (Hagedis) 17
SPOKENDE VOGELS
Haan, voorbeeld op Schiermonikoog 20
Nachtuil (Strix) 22
Raaf, Ekster en andere vogels 24
VIERVOETIGE DIEREN, INSEKTEN ENZ.
Manpaard, Kalf zonder kop, Weerwolf 26
Ezel, Hert 28
Poedel en andere spokende honden 29
Hazen 35
Konijnen 38
Katten 39
Padden 41
Muizen 42
Insekten en andere kleine kwelduivels 44
OOK SPOOKTE DE DUIVEL REEDS IN ALOUDE
EN LATERE TIJDEN IN ALLERLEI VREEMDE
MENSCHEN GEDAANTEN, GROOT EN KLEIN, ALS:
Reuzen, Dwergen 44
Diermenschen enz 48
VOORBEHOED- EN HERSTELLINGSM1DDELEN
Giftmengers 50
Talismans 54
Kwakzalverij 56
ALLERLEI NACHTGESPUIS
Voorloopen, voorverschijningen enz. 60
Naloopen, naverschijningen enz. 63
Voorgevoel {voorbeelden van) 75
Nachtmerrie (incubi ac succubi) 80
Alven (witte wijven) 83
Alven (zwarte wijven) 92
Trollen, Wissel-heksen 95
Bietebauwen, Budden 96
Aardmannetjes, Kobolds, Urken 97
Pygmeentjes (goede en kwade) 98
Kaboutermannetjes, Dreutels, Keutels 99
Asschepoesters 101
Echo en Bergduivels 101
Bergnimf, Berggeest 102
Heidegeest 103
WATERSPOKEN
Nikkers, Waternimfen , Watergeesten 103
Meerminnen, Waterfeën, Sirenen 106
|
Zeemannen, Tritons, Zeekoeijen 106
Haaijen, Zeeduivels, Devel-fisch 114
TWEEDE AFDEELING
VERDER SPOOKTE DE DUIVEL IN
LUCHVERSCHIJNSELEN (METEOREN)
Ringen, Kroonen enz. 116
Regenboog van Zon en Maan 118
Windhoos, Waterhoos 119
Kometen, Haar- of Staartsterren 120
Noorderlicht, Poollicht 123
Phosphorieke luchtsoorten, Elektriekvuur 125
Dwaal- en Hiplichtjes 128
St. Pietersvuren, St. Elmsvuur enz. 132
8t. Pieterslichtjes 133
GEESTEN
Van afgestorvenen 131
Schimmen, Schijnsels, Schaduwen,
Plaaggeesten en Visioenen 134
Spoken te Ulrum 143
Zelf verschijningen 162
Friesche Legende 164
Gevaarlijke plaatsen 166
Kruiswegen 167
Weermiddelen 109
Kruizen, Geluid maken, Karren, Klokken enz. 171
Werkgeesten 177
Boldergeesten 183
Heggemoedcrs, Kwakzalverij 184
Slot 190
I. Inleiding l
II. Tooverijen 15
III. Heksen 45
IV. Tjoensters 101
V. Bezetenen 209
VI. Duivelbanners 217
VII. Duivel bezweerders 254
VIII. Dooden bezweerders 271
IX. Proeven en Martelingen 292
I. Inleiding. Groote verscheidenheid van
waarzeggerijen 1
II. ASTROLOGEN en STERREWIGCHELAAHS 11
III. Horoscooptrekkers 34
IV. Planeetlezers 40
V. LUCHTKIJKERS 77
VI. Wolkenverklaarders 81
VII. Windwaarzeggers 82
VIII. Vorst, dooi, regen, nevel, schoon
en droog weer enz 84
IX. VUURKIJKERS en vonkenwigchelaars 90
X. Rookverklaarders 97
XI. Aschschouwers 99
XII. GRONDKIJKERS, zand- en loodwaarzeggers 99
XIII. WATERKIJKERS, regen-, fontein-, zee- en
gedistilleerde wateren 100
|
XIV. WAARZEGGERIJ UIT GEWIJBE ZAKEN 105
XV. Het gehinnik der paarden 106
XVI. Gewei- of ingewandkijkers 107
XVII. WAARZEGGERIJ UIT DE GELUIDEN EN BEWEGINGEN
DER HUIS- EN ANDERE DIEREN 109.
XVIII. Slangen-waarzeggerij, wormen en insekten 110
XIX. Kwaadruikers 112
XX. Vogelkijkers 113
XXI. WAARZEGGERIJ UIT TEEKENEN VAN HET
MENSCHELIJKE LIGCHAAM 120
XXII. Misgeboorten, navelstreng, vlekken 120
XXIII Nagelkijkers 123
XXIV. Voetwigchelaars 126
XXV. Handkijkeers, Zigeuners, inktdroppels 126
XXVI. Schedelkijkers, vorm en hoofdhaar 131
XXVII. Gelaatkenners 132
XXVIII. Trillingen, het suissen der ooren,
niezen 134
XXIX. Lijkschouwers uit- en inwendig, maag,
lever enz. 135
XXX. Schim- en schaduwkijkers 137
XXXI. Waarzeggerij door middel van offerwijn 140
XXXII. Vroome buiksprekers 141
XXXIII. Droomuitleggers en droomers 143
XXXIV. Het fijnere lichtwezen 149
XXXV. Het magnetismus 156
XXXVI. GETALLENWAARZEGGERS onevene en evene
getallen 159
XXXVII. Het getal één 161
XXXVIII. Het getal drie 162
XXXIX Het getal vijf 172
XL. Het getal zeven 178
XLI. Het getal negen 190
XLII. Het getal elf, dertien en vijftien 199
XLIII. Het getal zevenentwintig, veertig en
andere getallen 200
XLIV. Naamuitleggers naar het getal letters 205
XLV. Waarzeggerij door het lot en de dobbelsteenen 207
XLVI. WAARZEGGERIJ UIT VERSCHILLENDE PLANTEN
en DELFSTOFFEN 208
XLVII. Teenwaarzeggerij 208
XLVIII. Vlierhoutwaarzeggerij 209
XLIX. Waarzeggerij door middel van rozenbladen 213
L. Waarzeggerij door middel van vijgenbladen 219
LI. STEENWAARZEGGERS en eenige VERBLIJFPLAATSEN
en GEWROCHTEN VAN DEN BOOZEN 220
LII. Schatgravers 236
LIII. Goudmakers 240
LIV. Waarzeggerij uit edelgesteenten 244
LV. SYBILLEN, EUNJERS en TOOVERKOLLEN 246
LVI. WIKSTERS, FIKKEN, FEEKSEN, en TROELEN 261
LVII. Kaartenlegsters 264
LVIII. Waarzeggerij door middel van eijeren 291
LIX. Waarzeggerij door middel van koffijdik 292
LX. Sleutel waarzeggerij 204
LXI. Teemsdraaijers of zeefkijkers 305
LXII. Meel,- bijl,- pijl,- en andere waarzeggerijen 308
Slot 312
|